Gods woningbouwvereniging.

Mykonos is een klein Grieks eilandje in de Aegeïsche zee, een van de Cycladen. Er wonen ongeveer 4000 Grieken en in de zomermaanden vele tienduizenden toeristen. De “Meltemi”, een harde, droge noordenwind, die ongeveer tweehonderd dagen per jaar waait, zorgt ervoor, dat het er nooit ondraaglijk heet wordt. En het eilandje, de stad en de dorpjes zien eruit, alsof ze uit een promotiebrochure over Griekenland geknipt zijn! Griekser kan haast niet.

Maar als je er rondwandelt, beginnen merkwaardige dingen op te vallen. Zo zijn er wel vierhonderd Orthodoxe kerken, kapellen en kapelletjes op het eiland. Best wel veel voor 4000 Grieken, zelfs als ze allemaal erg gelovig zouden zijn. (En dat zijn ze natuurlijk evenmin als wij, Nederlanders.) Maar dat betekent toch, dat er een Godshuis is op elke tien inwoners. Sommige kapelletjes zijn erg fraai, andere heel gewoontjes. God is er ruim behuisd, zou je zo zeggen! Waarom?

Navraag leert, dat iedere Griekse familie op dit eiland een eigen familiekapel heeft. Daarin vinden familie-vieringen plaats rond doopsel, huwelijk, naamdagen, uitvaart, dodenherdenkingen, enz. Je huurt dan een priester – een pappas – om voor te gaan. De overledenen uit zo’n familie worden eerst vijf jaar begraven op de algemene begraafplaats. (Crematie is in de orthodoxe kerk nog ondenkbaar) Dan worden de overblijfselen opgegraven, door de vrouwen van de familie schoon gemaakt en in een klein kistje gelegd. En dit kistje wordt met vermelding van naam, geboortedatum en datum van overlijden, in de muren of de vloer van de familiekapel ingemetseld. Zo is deze kapel het sacrale centrum – “de ziel” – van de familie  waarin heden, verleden en toekomst samen komen.

Nog iets opvallends van dit eilandje. Homosexualiteit wordt er als iets heel normaals geäccepteerd. En dat is – om het wat voorzichtig te zeggen – niet zo erg gebruikelijk bij orthodoxe christenen en hun katholieke broeders en zusters! Nog nooit heb ik zoveel homo-stellen zich even vrij en normaal door de straatjes van een stad zien bewegen, als hetero’s dat doen. Hoera!
En nog iets leuks: ondanks alle druk vanuit “Brussel” voor een Europese vrije-markt-economie mag er op Mykonos alleen maar gebouwd worden in de typisch Griekse bouwstijl, witte huizen met ten hoogste twee verdiepingen. En praktisch alle restaurants, hotels, appartementen-complexen, enz. zijn eigendom van de plaatselijke Griekse families. Geen Mac-Donalds, geen Burger-kings,  geen Kentucky-fried-chickens en andere schreeuwende reclameborden. Geen kolossale supermarkten van bekende grootgrutters. Alles blijft binnen menselijke maat. Nogmaals: hoera!

Mykonos is een van de Cycladen. Deze groep eilanden danst in een sacrale cirkel rond het oeroude heilige eiland Delos. Eeuwenlang was dit kleintje zo heilig, dat het geen leger of vloot nodig had om zich te beschermen. Het was het eigendom van de zeegod Poseidon. De lichtgod Apollo en zijn zus Artemis, de godin van de lente, waren er geboren, nadat de oppergod Zeus zich een slippertje had veroorloofd met mevrouw Leto. Geen enkel volk kon dus aanspraak maken op het bezit van dit eiland. Iedereen, die er woonde of verbleef, was een gast in het hotel-van-de-goden. Dat maakte het tot een pracht van een neutraal contactpunt voor diplomatie, handel, internationale geldtransacties, enz. Een mogelijkheid ook om op neutraal terrein vredesbesprekingen te voeren tussen strijdende landen. Honderden jaren functioneerde het sacrale Delos zo als centrum van heiligheid en humaan contact. Prachtig, toch? Gods droom, een klein beetje waargemaakt.

Maar niet voor altijd. Mithridates van Pontus vond het rond 75 voor Christus te aantrekkelijk om al de rijkdommen van Delos voor de goden te laten liggen. Plundering en moord dus, met als smoesje, dat het eiland nu binnen het Romeinse Rijk lag! Einde van een droom. Een  – ondanks alle kleinmenselijkheid – toch wel stralend vuur werd uitgetrapt. En de Cycladen dansen nu hun rondedans rond de indrukwekkende puinhopen van het onbewoonde eilandje.

Toch zijn er nog wel vonken van dit uitgetrapte vuur te vinden. Ik noemde al de vierhonderd kapelletjes op Mykonos. Op het naburige eiland Tinos is de bekendste heilige plaats van de Grieks orthodoxe kerk, een Maria-heiligdom, te vergelijken met het Katholieke Lourdes. Duizenden Grieken gaan er naar toe op bedevaart. Een wonderbare icoon van de Moeder Gods, teruggevonden na een aantal visioenen van een kloosterzuster, vormt het heilige centrum van het prachtige complex: kerk, kapellen en klooster.
En natuurlijk de honderden winkeltjes, die kaarsen, afbeeldingen en iconen verkopen, restaurantjes, hotels, kortom, de hele santenkraam, die bij een bedevaartplaats hoort. (En Maria is – zoals zo vaak in het Oosten gebeurde – ook hier de legitieme erfgename van de vroegere eredienst rond Artemis)

En eigenlijk is de vrijheid van de homo-stelletjes op Mykonos ook nog een vonkje van dat heilige vuur: mensen, aanvaard zoals zij zijn. Mooi toch? De sacrale rondedans gaat nog steeds door…………
—————————–
Leon. Raph. de Jong o.p.