EZEL-ACHTIG. (Of: waarom ezels zo in mijn achting gestegen zijn.)
In de landen rond de Middellandse zee – waar de mensen echt met ezels leefden en werkten – blijkt de ezel helemaal niet dat domme dier te zijn, waarvan de naam bij ons als scheldwoord kan worden gebruikt. Integendeel.
1)In Griekenland kende men het spreekwoord: ” Ga nooit over een bergpad, waarover een ezel weigert te gaan”.
2)Op Lesbos liepen de ezels vrij in de bossen rond. Maar bij het begin van de oogsttijd meldden zij zich bij HUN boer, hielpen mee om de oogst binnen te halen, kregen – als het werk gedaan was – een vriendelijk tikje op hun kont en verdwenen weer voor een jaar in de vrijheid.
3) Op het eiland Simi zag ik, dat er een schip in de haven werd gelost. De zakken werden op de rug van een tiental ezels geladen. Die liepen dan onbegeleid de trapstraatjes op naar boven, leverden hun last af bij een pakhuis en keerden onbegeleid op hun dooie gemak terug naar de haven.
4) In Petra – Jordanië – stond een ezelin met een schattig pasgeboren veulentje. Iedere keer als een van onze groep het veulentje benaderde om het te aaien, liep het weg naar zijn strak toekijkende moeder. Pas toen ik het inter-animale vredesteken maakte, vond de moeder het goed en mocht IK het veulentje aanraken.
5) In Californie ontmoette ik een natuurliefhebber, die bij zijn huis een groot stuk land had, waarop een wilde ezel “logeerde”. Waarom dat was, weet ik niet meer. De gastheer zei ons, dat we eerst moesten gaan kijken, of de ezel ons als vrienden wilde accepteren. Zo niet, dan niet. Hij gaf ons ieder een grote wortel. Die bood je dan het dier aan. Werd het geaccepteerd, dan was je welkom in zijn nabijheid. Zo niet, dan niet, en dan kon je beter uit de buurt blijven.
6) De ezelin van de profeet Bileam is een heel wat grotere “ziener” dan de profeet zelf! ( Numeri, 22, 22-31.)
7) Bij ons heet een ezel dom en koppig, omdat wij hem niet zo gek kregen – zoals die zogenaamd edele paarden! – om op het slagveld het heetst van de strijd in te stormen. Een ezel kijkt wel uit!
8) Paarden en wagens staan in de Bijbel voor pantserwagens en tanks. Ezels voor geduldig-trouwe lastdieren. Toen een zoon van David – Adonia – paarden en wagens buiten Jerusalem verzamelde om een staatsgreep te beginnen, liet de oude koning David zijn zoon Salomo – “Vredes-vorst”- op zijn eigen ezel door Jerusalem voeren. ( 1 Koningen, 1, 1,enz .) De bevolking begreep onmiddellijk, dat zij konden kiezen tussen een koning, die gericht was op macht, oorlog en gebiedsuitbreiding; of voor een koning, die het welzijn van zijn volk wilde dienen. Zij kozen massaal voor Salomo.
9) Precies de zelfde symbolische intocht verrichtte Jezus 1000 jaar later op Palmzondag. Weer was er de ezel. Weer koos het volk voor de vredesvorst. De machthebbers waren natuurlijk woedend en begonnen de gerechtelijke moord op Jezus voor te bereiden. ((Matteüs 21, 1-10.)
10) Als je een ezel in de ogen kijkt, kijken die ogen dan voor je gevoel naar binnen of naar buiten?
Kortom: het is niet zo gek om met een ezel vergeleken te worden. De Eeuwige schijnt er een beetje verliefd op te zijn.
Zo dichtte G. K. van het Reve eens:
Ik was een heel grote beer, die toch wel lief was. God was een ezel en hield van mij. En iedereen was gelukkig.
Leo Raph. A. de Jong o.p.