Op zaterdag 20 mei was ik voor het eerst sinds lange tijd weer in Het Steiger in Rotterdam om de herstart van de Dominicuslezing bij te wonen. De lezing ‘Op het lijf geschreven’ over tatoeages, identiteit en religie van lekendominicaan Roy Clermons was een goede keuze. Zijn verhaal zette mensen aan het denken. En er was een echte tatoeageartiest aanwezig, Rash, die over zijn eigen ervaringen vertelde.
Roy zette aan het begin een eigen toon: tatoeages kunnen worden beschouwd als een ultieme manier om de ziel zichtbaar te maken. Zijn goed geïllustreerde verhaal liet zien dat tatoeages van alle tijden zijn, over de hele wereld voorkomen en binnen alle maatschappelijke klassen. Ze kunnen worden gezet omdat mensen ze mooi vinden, soms ook als straf of als teken van uitsluiting. Maar ze kunnen ook een relatie hebben met belangrijke en levensveranderende gebeurtenissen in de levens van mensen. In andere culturen worden ze daarom vaak door mensen met een spirituele roeping gezet in de aanwezigheid van familie of gemeenschap.
Het Christendom is in belangrijke mate verantwoordelijk geweest voor het afwijzen van tatoeages. Ze werden op grond van bijbelteksten vooral gezien als een vorm van barbaarse en wereldse verheerlijking van het lichaam tegenover de gewenste, geestelijke zuiverheid. Binnen inheemse volken, die daarvan het slachtoffer werden, laten vooral vrouwen zich tegenwoordig opnieuw tatoeëren. Op deze manier geven ze vanuit een hernieuwd zelfbewustzijn hun culturele en religieuze erfenis door. Maar ook binnen westerse kerken is er hernieuwde aandacht voor de spirituele dimensie van tatoeages. Zo zijn er in Duitsland priesters die tatoeëren. Het gebeurt zelfs in kerken.
Volgens Roy is de tatoeageafbeelding in zichzelf niet iets sacramenteels, maar kan het hele proces vanaf startgesprek tot eindgesprek wel als vorm van spirituele omvorming worden gezien. Pijn en overgave en het vertrouwen in de relatie met de tatoeëerder zijn daarvan een wezenlijk onderdeel. Vanuit zijn eigen tatoeages legde Roy uit dat achter de tatoeages vaak een zoektocht en ervaringen van zingeving en betekenis schuil gaan. Voor mij riep dit de gedachte op aan gedoopt worden als volwassene vanuit een seculiere wereld vol met oordelen. Op een moment dat je in dat geloof heel open en kwetsbaar bent, vanuit de relatie met die onkenbare Ander. En hoe mooi is het dan, wanneer je tijdens je eigen tocht in Rotterdam iets van die eigen onzichtbaar ingeschreven tekening herkent in de zichtbare tekeningen bij de ander.
Renée Drost