Lieve ziel,
Nu het bijna gewoon begint te worden dat corona door onze wereld waart, wordt het eens tijd samen met jou te kijken naar wat het ons gedaan heeft en nog steeds doet – om te leven met de voortdurende onrust en onzekerheid die de ziekte en de reactie erop in de samenleving met zich meebrengt.

Ik herinner me nog goed hoe het was in het begin. De impact was groot. Niet alleen praktisch (agenda leeg geveegd, kinderen en manlief thuis, boodschappen doen werd een expeditie), maar vooral innerlijk. Wat een onrust! De onzekerheid, de routine die wegviel. Alles kon morgen anders zijn – niet eens zozeer vanwege de ziekte zelf, maar vooral vanwege de telkens nieuwe maatregelen waaraan ik me steeds weer moest aanpassen. Ik heb wel gemerkt hoezeer jij en ik baat hebben bij rust en regelmaat. Natuurlijk hebben we ook behoefte aan spanning en sensatie, maar alleen als aan een zekere mate van voorspelbaarheid is voldaan. Nu was er ineens onvoorspelbaarheid in overvloed en wat een onrust gaf dat! Het trok me naar buiten; ik was alert en gericht op de buitenwereld. Al mijn antennes stonden voortdurend open. En dat terwijl ik weet hoezeer wij het allebei nodig hebben dat jij tempo en richting bepaalt. Dat jij mij leidt. Daar leef ik van op. Maar ik raakte jou als kompas een beetje kwijt.

Je raakte ondergesneeuwd onder het innerlijk gewoel dat de veranderende omstandigheden bij mij opriepen. Alleen als ik er enigszins op kon vertrouwen dat de nieuw afgekondigde maatregelen een paar weken zouden gelden, kwam er rust en kon ik weer beter naar jou luisteren. Totdat er een nieuwe persconferentie afgekondigd werd; dan stak meteen de onrust weer de kop op.
Naar jouw stem luisteren is goed voor mij. Je geeft me een anker, een vertrekpunt, richting en tempo. Als ik leef vanuit jou, dan leef ik in vrede met wat er is. Kan ik aanvaarden en volgen in plaats van mijn wil proberen op te leggen aan de omstandigheden. Ik heb me wat afgeworsteld, de afgelopen maanden! Terwijl jij als innerlijke wijze stem voortdurend beschikbaar bent. Ik doe mezelf tekort door niet naar je te luisteren, maar me te laten afleiden van jouw stem door al die andere stemmen die om aandacht schreeuwen.

Ja, ik heb je gemist. Jij was er, zoals altijd, maar ik was niet bij jou. Ik liet jouw fluisteren overstemmen door al dat innerlijk geweld. Ik was doof voor je woorden van vertrouwen, de innerlijke vrede die je brengt. Ik liet me afleiden en naar buiten trekken en dat ging van kwaad tot erger. Ik zat op een dwaalspoor en hoe verder ik op die weg ging, hoe meer ik verdwaald raakte. Hoe moeilijk is het om naar jouw stille stem te blijven luisteren en de weg die jij wijst te zien en te volgen!

Eigenlijk vraag ik me af of ik wel goed voor je gezorgd heb. Oké, ik deed wat ik altijd doe – het dagelijks onderhoud. Mediteren, fietsen en de buitenlucht opsnuiven, gezonde en voedzame maaltijden bereiden. Inderdaad: dagelijks onderhoud, al deed ik het bewuster dan ooit, omdat ik wel wist dat deze omstandigheden erom vroegen goed voor ons beiden te zorgen. Maar ik zie nu dat we méér nodig hadden, anders was ik het contact met jou niet zo kwijtgeraakt. Maar ik zie ook: al had ik uren meer gemediteerd en kilometers meer gefietst, het had ons niet geholpen. Hoeveel ik ook doe, de dingen die van wezenlijk belang zijn, kunnen alleen geschonken worden. Zeker, mijn zorg voor ons legde de noodzakelijke bodem onder mijn terugkeer bij jou. Het waren pogingen van mij om uit te reiken naar jou; met mediteren, fietsen en koken strekte ik mijn hand uit. Maar er is één moment geweest dat onze handen elkaar raakten en vastgrepen. En dat had ik niet kunnen regisseren. Het was een geschenk.

Een plaatselijke pianist-componist organiseerde zomerconcerten. Een concertje van een uur in een kerk in het centrum. Dertig mensen publiek, gratis entree. Een cadeautje aan de stad. Ik reserveerde meteen twee kaartjes. Wat een heerlijk uur was dat. De klanken omspeelden mij, voerden mij mee naar ongekende verten, naar ongekende diepten. Ik kon me moeiteloos overgeven en verdween in de muziek. Een pure schoonheidservaring, die me optilde, ver boven mezelf uit. De klanken brachten me naar een veld, voorbij aan jij en ik, voorbij aan hier en daar, voorbij aan toen en straks. En daar, in dat bovenpersoonlijke veld, ontmoette ik jou weer. En daarmee mezelf. Wij elkaar, maar er was geen jij en ik meer, er was alleen zijn. De muziek en de zelfvergetelheid die zij wekte, brachten me bij mijn innerlijke stilte, die ik sindsdien weer ervaar, die weer een bron is om vanuit te leven. Een stilte die me drenkt en laaft.

Nadat het laatste applaus was weggestorven zuchtte ik diep en keek naar mijn man. ‘Ik wist niet dat ik hier zo naar snakte. Ik was vergeten wat schoonheid met je kan doen.’ Inderdaad: ik was het vergeten. Ik was jou en mezelf behoorlijk kwijt geraakt. Maar in dat ene uur hervond ik jou en mezelf, gek genoeg juist door mezelf te vergeten.

Lieve ziel, ik hoop voor jou en voor mezelf dat deze ervaring mij in volgende periodes van onrust en onzekerheid zal helpen om dichter bij jou te blijven.
Marga

Theologe Marga Haas is thuis in de christelijke mystiek en spiritualiteit geeft o.a. retraites in het Dominicanenklooster Huissen. Ze publiceert elke twee weken een korte overweging bij een bijbeltekst op haar blog ‘Parelduiken in de bijbel’. Zie www.margahaas.nl